Esperanto voor politici

Vorige week waren “we” weer even een dagje in het nieuws. In de komende 3 jaar krijgen de  ambtenaren van onze stad een cursus begrijpelijk brievenschrijven. In dezelfde week was ook Esperanto in het nieuws. Er was ergens een Universala Kongreso. Esperanto is geen taal die in een land of streek gesproken wordt, het is een bedachte taal. Het betekent “Hij die hoopt”. Als iedereen het zou spreken zouden er minder conflicten zijn, is de gedachte. Een mooi streven. Ik spreek het zelf niet, maar het is goed te volgen.

Duidelijke taal. Met de ambtenaren moet het dus goed komen. Maar hoe duidelijk zijn politici? Zelf merk ik dat ik in mijn poging normaal te praten enorm veel woorden nodig heb en daar ook nog over struikel ook, zo nu en dan. Het probleem is dat ik alles kwijt wil en begrippen en situaties ga omschrijven in plaats van dat ik een term uit het vakjargon gebruik. Aan het eind is iedereen de weg kwijt en ik zelf ook. Dan ben ik niet goed bezig, maar ik beloof beterschap.

En soms vat ik dingen weer heel kort samen. Onlangs vroeg het college aan de raad om een mening te geven over de ontwikkelingsstrategie van de kustzone in Poort. Een enorm project. Hele verhalen gingen over tafel en ik stond ook op het punt een lange bijdrage te leveren. Maar eenmaal aan de beurt was alles eigenlijk wel gezegd. Ik zette de microfoon aan, haalde diep adem en na een “tja, ehhh…” en een lange pauze zei ik: “Ik vind het geniaal!” Dat is misschien weer te kort.

Soms wordt de eenvoudige woordkeuze afgedaan met populisme. Ik leg populisme uit als begrijpelijk voor iedereen en voor mij is het een positief woord. Zeggen wat je bedoeld en bedoelen wat je zegt. Anderen vinden het staan voor ondoordacht of meedeinen op (valse) sentimenten. Voor hen is het een negatief woord. Een woord ook om als argument te gebruiken om ergens tegen te kunnen zijn. Bij gebrek aan beter. Iedereen aansporen om populist te worden gaat het dus niet redden.

Als politici Esperanto zouden spreken zouden er minder conflicten zijn, was de gedachte. Of minder dramatisch: dan zou politiek voor een ieder begrijpelijk zijn. Maar politici spreken die taal niet en de meeste inwoners van onze stad ook niet. Tot die tijd moeten we maar afspreken dat we heldere taal spreken. Dat voorkomt irritaties en het gevoel niet serieus genomen te worden. Het lijkt mij prettiger te begrijpen waar je het niet mee eens bent dan dat je niet begrijpt of je er voor bent. Laten we in Almere maar eens beginnen met Transparanto. 

 

P.S. Een korte cursus Esperanto vind je overigens hier.