Ik bouw mee aan een lelijk Almere

De komende jaren komen er per jaar ongeveer 1000 huizen die gebouwd worden in Particulier Opdrachtgeverschap (PO). Je kan een kavel kopen in de kavelwinkel in het stadhuis en dan kan je aan de slag op jouw stukje land. Je kan dat doen in een rijtje, aan een gracht vrijstaand of twee onder één kap. En in Almere kan het echt in iedere prijsklasse. Oh, ik vergeet bijna dat je ook je eigen winkel kan bouwen. Mijn troetelkindje, waarover binnen een paar weken meer... Het is de bedoeling dat de gemeente zich zo weinig mogelijk bemoeit met wat je op jouw kavel neerzet. Er is wel een aantal restricties, per gebied verschillend, maar voor het overige mag je je gang gaan. Kleur, materiaal, stijl, je doet maar. Dat wordt natuurlijk een enorme bende! En dat vind ik nou leuk.

 

Maar het wordt natuurlijk geen bende. Het wordt een rijtje met keurige huisjes die op moment van bouwen hip zijn - Nu boerderette -en notarishuizen, lichte stenen, zwart dakpannetje – met af en toe een verrassing. Want mensen bouwen wel op hun eigen grond, maar een huis verzinnen is niet iedereen vergeven. Zo staat er in de Stripheldenbuurt er plotseling een houtenhuis wat eigenlijk een dak op de grond van twee verdiepingen is. De één vindt het niks, ik vind ‘m geweldig! Daarnaast zal je zien dat over een jaar of wat, als de tuinen en bomen gegroeid zijn het er helemaal anders uitziet.

Denk maar aan Almere Hout. Toen dat gebouwd werd was het wat mij betreft een kluitje huizen met Nouveau riche-wansmaak (smaken verschillen, hè), maar bijna alle huizen zijn nu achter een enorme heg verdwenen. Het lost zich vanzelf  op en over smaak valt verder niet te twisten. Daar denkt de Welstandscommissie anders over. Afgelopen donderdag waren die op uitnodiging van de ChristenUnie te gast om het over aanbevelingen uit hun jaarverslag te komen babbelen met de raad. Eerlijk gezegd had ik daar geen zin in, maar omdat één van de aanbevelingen betrekking had op PO besloot ik even aan te schuiven.

Beleefd kabbelde we door de onderwerpen totdat een lid van de commissie begon uit te leggen dat ze zich ook bij PO bezig hielden met de uiterlijkheden van de huizen. Zaken als dat er ergens een raam in moest vanwege contact met de straat en iets met een schutting kwamen voorbij. En dat we dat natuurlijk niet willen. Vooral de stelligheid waarmee het ons medegedeeld werd maakte mij krengerig. Ik was nog bezig met mij af te vragen wie er met “we” bedoeld worden toen ik aan de beurt was voor een bijdrage aan het gesprek.

“Ik word gewoon niet goed”, floepte ik eruit voor ik het in de gaten had. Niet echt parlementair, en eigenlijk best ongepast, maar wel precies wat ik voelde. Gewoon een goede indeling van de wijk ontwerpen met ruimte voor iedere prijsklasse en daarna overlaten aan de inwoner. En wil die interactie met de straat of zich verschuilen achter een blok beton, dan is dat prima. Als je echt wilt dat de inwoners zelf de stad gaan bouwen is er op de kavel geen rol voor de Welstandcommissie.