Zondagochtend: even lol trappen
Het is zondagmorgen. Ongeveer 08:00 uur. Ik slaap nog half en onze oudste hond prikt met zijn neus in mijn zij. "Hoepel jij eens op je gemakje op", fluister ik 'm toe, met de hoop dat hij dat doet en mijn vrouw ondertussen niet wakker wordt. Hij gaat liggen. Dat reken ik ook goed en ik val tevreden in slaap. Tien minuutjes later staat ie weer naast m'n bed. Prikt weer in m'n zij. "Hij moet vast iets", denk ik. "Hij moet vast iets", zegt mijn vrouw. En ze draait zich weer om. De oude viervoeter kijkt me vrolijk uitnodigend aan. Ik ga uit bed.
Als twee tijgers sluipen de twee andere honden achter mij langs en in
één beweging liggen ze op bed. Ogen stijf dicht alsof ze daar al uren
in hun diepste slaap liggen. Resultaat: de drie teefjes liggen heerlijk
op bed en de twee reuen staan er naast. "Moet niet gekker worden", zeg
ik tegen de oudste die bijna opstijgt van het kwispelen. "Hij moet vast
iets" kan betekenen dat hij: moet plassen; zijn brokjes wil; iets
lekkers te snaaien wil; water wil.
Voor de brokjes is het te vroeg, wat te snaaien krijgt hij ook nooit op
dit tijdstip en in de bakken staat water genoeg. Meneer moet plassen,
concludeer ik, maar als ik dat vraag, blijft de gekte die dat normaal
gesproken oplevert uit. In plaats daarvan staat hij naast de mand met
hondenspeeltjes. Hij kijkt mij vol verwachting aan als hij met zijn
neus de mand aanwijst waarin ongeveer heel pluche Ikea verzameld is.
Beertjes, olifantjes, onduidelijke schepsels, noem maar op. En ze
hebben allemaal een naam, maar die schieten me op dit gedeelte van de
zondagochtend nog even niet te binnen.
Ik pak de mand met speeltjes en gooi het volledige assortiment door de
kamer. Na het onvermijdelijke "zit"en "wacht" laat ik hem het hele
zooitje één voor één apporteren. Vol enthousiasme stort hij zich op
zijn taak waarna steeds een voor het moment van de dag te vrolijk
"braaaaaaaf" volgt. Het duurt bij elkaar tien minuten. Dan pakt hij
zijn favoriete beertje en gaat op de bank in de serre liggen en valt in
diepe slaap. De oude hond had gewoon zin in lol trappen en dat moest
blijkbaar met mij.
Het is zondagmorgen. Ongeveer half negen. Het lol trappen is voorbij.
Het raam staat open. De vogeltjes buiten hebben het druk, er komt een
fris windje binnen. Mijn eerste kopje koffie verwarmt het puntje van
mijn neus. Vanuit de slaapkamer nog geen enkel teken van leven. Als ik
even ga kijken liggen mijn vrouwen lepeltje-lepeltje-lepeltje. Vanuit
de serre klinkt een tevreden gesnurk. Dit zijn de momenten dat ik mij
de gelukkigste man op aarde voel. Meer heb ik nu niet nodig.