Zwarte handen hebben geen groene vingers
Vorige week bleek dat in de plantenbak aan de straatkant van ons huis het leven voorbij was. De planten (geen idee welk type) stonden dor en uitgeblust te wezen. Op een bepaalde manier vind ik het niet eens lelijk. Een mooi stukje vergane glorie. Een dappere maar verloren strijd van plant in de natuur. Maar volgens mijn moeder zou voor mijn vrouw leuk zijn dat zij bij terugkomt uit Amerika tegen een gevulde bak met levend materiaal zou aankijken. En dus liep ik vanmorgen met mijn betreurenswaardige Groene IQ tussen het perkbloemetjesgeweld van Ranzijn in Almere-Buiten.
Ooit zijn we naar Almere gekomen omdat een huis met een tuin in Hilversum voor ons niet haalbaar was. Mijn vrouw had nooit echt een tuin gehad thuis. Haar vader alsfalteert de boel het liefst en dus was mijn verjaardagscadeau destijds een schot in de roos: een cursus bij Rob Verlinden, de manisch vrolijke televisie tuinkabouter. Gevolg was een ideale situatie: mijn vrouw weet hoe het moet en mijn inbreng beperkt zich tot wat sjouw -en sleepwerk, het bemoedigend toejuichen vanuit de deuropening en op tijd een kopje consumptie verzorgen.
Terug in de Ranzijn. Ik doe modern met verschillende plantjes in één kleur. Ik vind drie verschillende soorten die voor 3 voor 5 euro in de aanbieding zijn en op één na allemaal in mijn mandje passen. Dus ook in de plantenbak, is mijn conclusie, de plantenbak thuis inschattend. Thuis haal ik de bak uit z’n houder, ga naar de vuilnisbak en keer de bak om. De grond is zo droog dat er een soort gruis uit de bak weer omhoog komt. In mijn gezicht uiteraard. Dit belooft weinig goeds. Naar de tuin. Ik heb geen groene vingers en daarom moet ik deze opdracht uitvoeren op basis van wat ik mijn vrouw altijd zie doen. En natuurlijk van wat ik geleerd heb van al die zaterdagen Eigen huis en Tuin kijken.
De bak is van hout ( circa
Het past allemaal precies en het oogt ook nog prima. Even goed water geven. Klaar! Met gepaste trots bekijk ik het resultaat nog eens goed. Tja, die ene links staat een beetje vreemd uit het lood. Beetje te ver naar achteren, lijkt het. Dat komt omdat ie niet in, maar áchter de bak staat. Dat is die ene die niet in het mandje paste! Geïrriteerd wroet ik door de natte aarde in een poging die laatste plant er alsnog in te krijgen. Een halfuurtje later is de klus geklaard. De tafel is een bende. Ik heb geen groene vingers, wel enorm zwarte handen ondertussen… Ik ga doen waar ik goed in ben: voor mijzelf een kopje consumptie verzorgen!